Hoe oud ben jij?

Longfunctieonderzoek

Dit onderzoek wordt gedaan om te meten hoeveel lucht je naar binnen kunt ademen en hoeveel lucht je hard weer naar buiten kunt blazen. Hierdoor kunnen we zien hoe je longen werken.

De longfunctieanaliste (zo heet deze zuster) laat je steeds eerst het apparaat zien en vertelt wat je moet doen. Tijdens het onderzoek mag papa of mama bij je blijven.

Als eerste krijg je een apparaat waar je op moet blazen. Ondertussen doe je op de computer een soort spelletje. Door te blazen op het apparaat breng je op de computer een luchtballon van de ene kant van het scherm naar de andere kant.

Aan het volgende apparaat zit een mondstukje. Deze krijg je in je mond en je krijgt een knijper op je neus. Je kan gewoon ademen door het mondstuk. Ook zal de longfunctieanaliste je vertellen wanneer je moet inademen, uitademen of moet blazen voor het onderzoek.

Ook nu doe je weer een spelletje op de computer, door in en uit te ademen beweeg je een bowlingbal waarmee je kegels kunt omgooien.

Het kan dat je pufjes krijgt en even een kwartiertje in de wachtkamer moet wachten tot het medicijn werkt. Daarna doe je nog een keer de onderzoeken.

Misschien ben je nu klaar met het onderzoek, misschien wil de dokter ook weten hoe je ademt als je aan het bewegen bent geweest. Dan ga je nog traplopen.

Als je trappen hebt gelopen hebben ook je longen hard moeten werken. Het apparaat meet hoeveel lucht je na het traplopen kunt inademen en kunt uitblazen. De longfunctieanalyste vertelt je precies wat je allemaal moet doen. Na een paar minuten word je nog een (paar) keer gevraagd in het apparaat te ademen.