Hoe oud ben jij?

CT-scan

De röntgenzuster of -broeder gaat een foto van een lichaamsdeel maken. Dat doet hij of zij met een apparaat dat scanner genoemd wordt. Deze ziet eruit als een grote witte kast met in het midden een open ring. Als de foto’s gemaakt worden lig je op een soort bed.

Dit bed wordt een stukje in de ring geschoven. De broeder of zuster kan, van achter een glazen scherm, het bed steeds een stukje verschuiven. Achter dit scherm staat ook een computer waar hij of zij de foto’s mee maakt.

Het onderzoek duurt een half uur tot drie kwartier. Van het onderzoek voel je niets, maar je moet wel heel stil liggen.

Soms moet je voor dit onderzoek contrastvloeistof drinken of krijg je dat ingespoten. Als je het ingespoten krijgt, krijg je een infuus, een soort dopje op je hand. Om dit dopje op je hand vast te maken krijg je een prik. Voordat je de prik krijgt, krijg je verdovende zalf (EMLA) met een pleister op zodat de prik bijna geen pijn doet.

Door de contrastvloeistof kan de röntgenbroeder of -zuster het lichaamsdeel waar hij of zij de foto van wil maken beter zien. Van de contrastvloeistof krijg je het soms even warm maar dat gaat snel weer over.