Hoe oud ben jij?

MRI-scan

Bij een MRI-scan worden foto’s gemaakt van je lichaam. Bij dit onderzoek kan ieder lichaamsdeel onderzocht worden. Het apparaat maakt heel precieze foto’s van de binnenkant van je lichaam, zodat de dokter alles goed kan bekijken. Het onderzoek duurt ongeveer 20 minuten.

Voordat je naar het MRI-apparaat gaat kom je langs het bureau van de radioloog. De dokter zet in de computer waar hij bij jou foto’s van gaat maken. Hier bekijkt de radioloog ook de foto’s die van jou worden gemaakt. Als je eigen muziek hebt meegenomen, mag je hier je cd geven, je hoort de muziek tijdens het onderzoek. Als je geen cd hebt meegenomen kun je ook radio luisteren. Je hoeft meestal niet al je kleren uit te doen. Alleen de kleren waar metalen dingetjes aanzitten (zoals een rits) moeten uit.

Dan ga je met de radioloog naar het MRI-apparaat toe. Je gaat op het bed liggen. Dit bed zit vast aan  de ring waar je straks in komt te liggen. De radioloog kan het bed verschuiven zodat het lichaamsdeel waar foto’s van worden gemaakt in de ring komt te liggen. Je krijgt een koptelefoon op waardoor je straks tijdens het onderzoek een muziekje hoort.

Als de dokter foto’s van je hoofd wil maken krijg je soort kap over je hoofd. Tussen je hoofd en de kap doet de radioloog een paar kussentjes zodat je lekker ligt. Soms wordt er een spiegeltje op de kap gezet. Je kunt kan dan een beetje zien wat er buiten de ring gebeurt.

Als je helemaal goed ligt ga je met het bed in de ring. In de ring zitten lampen. Het fototoestel maakt veel lawaai, je kunt de muziek uit de koptelefoon wel horen, maar je hoort ook nog het geluid dat het fototoestel maakt. Het onderzoek doet geen pijn. Wel moet je heel stil blijven liggen, dan worden de foto’s het duidelijkst.

Soms wordt er voor dit onderzoek contrastvloeistof ingespoten. Dit zorgt ervoor dat het deel van je lichaam waar de foto van wordt gemaakt in een andere kleur te zien is op de foto. De dokter kan het dan nog beter zien. Als dit nodig is krijg je eerst verdovingszalf op je hand, daarna krijg je een prik. Door de verdovingszalf doet de prik niet meer zo’n pijn. Je krijgt een soort kraantje op je hand. Dit kraantje heet een lockje. Het kraantje kan open en hierdoor krijg je dan de contrastvloeistof door je hand. Van de contrastvloeistof krijg je het soms even warm, maar dit gaat snel weer over.